Het bestaande gebouw – in de haven van Kopenhagen – herbergt verschillende merken op het vlak van verlichting en design. Om een ruimtelijk contrast te maken met de andere shops wordt een autonoom losstaand element geïntroduceerd. Deze structuur kan worden beschouwd als een ruimte binnen een andere ruimte – het bestaande gebouw. De ruimte binnen het gebouw bestaat uit 1 volume om de homogeniteit van het merk te versterken. Door de wanden van de nieuwe vorm te verdraaien ten opzichte van de bestaande muren ontstaat een spanningsveld. De tussenruimte die ontstaat tussen de nieuwe vorm en de bestaande muren wordt verdeeld in praktische zones die de nevenactiviteiten van de showroom herbergen. Door een binnenruimte af te zonderen, kan voldaan worden aan de eis tot verduistering. Bij het betreden van de ruimte blijft het product verborgen voor de bezoeker. Door de hoeken van de vorm te verheffen ontstaan doorgangen zonder de globale vorm aan te tasten. Elke zijde krijgt een helling volgens de vereiste gradiënt van open & geslotenheid ten opzichte van z’n omgeving.
Twee hellende muurvlakken delen de binnenruimte verder op en samen met twee plafonddelen worden de drie ruimten verder verbijzonderd. Een besloten deel aan de raamzijde, een open deel die de kolom omsluit en een deels gesloten- open ruimte aan de inkom. De structuur omschrijft – als een continu lint – een relatief binnen en een buiten en bundelt ze. Een vloervlak – als gematerialiseerde schaduw – vervaagt verder de grenzen tussen binnen & buiten en maakt kabelverloop mogelijk. De schuine wanden splitsen de ruimte in een voorgrond en achtergrond, binnen & buiten. Het scherpe silhouet van de nieuwe structuur wordt een logo op zichzelf en refereert door z’n scherpe hoeken aan het logo van Modular en aan de boeg van een schip. Er ontstaat een ambigue relatie tussen tegengestelden. Een parallelle wereld waarin grenzen vervagen tussen buiten & binnen, voor & achter, boven & onder, locatie & structuur. De producten worden ondergebracht in 3 thema’s. De inbouwverlichting in de grootste ruimte met plafond, de buitenverlichting – daar waar er geen plafond aanwezig is en de opbouwverlichting in het volume aan de inkom. Door de inbouwverlichting af te zonderen van de opbouwverlichting ontstaat eenheid.